Hoe zou je deze tijd beschrijven aan jezelf in de toekomst?
Opdracht 1
Stel, je wilt een ansichtkaart schrijven aan jezelf in de toekomst, bijvoorbeeld wanneer je 60 jaar oud bent. Wat zou je dan over deze periode willen vertellen? Denk aan vragen als:
- Hoe gaat het met je? En met jouw familie?
- Hoe ziet jouw dagelijks leven er nu uit?
- Wat is er in het nieuws? Wat vind je daarvan?
Maak van die vragen een kort verhaal over jouw leven nu.
Opdracht 2
Je gaat nu de ansichtkaart aan jezelf maken. Ansichtkaarten sturen we vaak naar elkaar toe als we op een bijzondere plek zijn. Op die kaart zie je dan ook vaak een afbeelding van die plek. Stel je nu voor dat je iets over deze periode aan jezelf wilt vertellen.
- Knip een stuk stevig papier in ongeveer de maat van een ansichtkaart.
- Maak op de voorkant een tekening die voorstelt hoe de situatie nu is. Dit kan iets zijn wat je doet, wat je ziet als je naar buiten kijkt, of iets heel anders! Welk beeld blijft bij jou nu het meest hangen? Als het je helpt, kun je jouw eigen verhaal nog een keer doorlezen.
- Vertel op de achterkant in enkele zinnen hoe de situatie voor jou nu is. Misschien moet je jouw verhaal dat je geschreven hebt ietsje inkorten of anders kun je dat verhaal zo gebruiken. Zorg dat het mooi past op je ansichtkaart! En denk na over hoe je begint en afsluit.
Klaar? Bekijk jouw kaartje nog eens goed. Denk je dat we het hier later nog over gaat hebben? Denk je dat de herinneringen die je nu al hebt aan deze periode het waard zijn om later nog eens op terug te kijken?
Je kan het kaartje ergens opbergen en er later nog eens naar kijken. Of vraag aan de juf of meester of je ouders of zij het ergens willen bewaren. Wie weet wanneer je dit weer tegenkomt!