Bijna iedereen die een erfgoedlocatie wil bezoeken, brengt eerst een bezoekje aan de website. Hier vinden mensen informatie over de openingstijden, een wisseltentoonstelling, de entreeprijzen, etc. Steeds meer erfgoedinstellingen hebben ook een toegankelijkheidspagina op hun site. Op deze pagina staat informatie over de toegankelijkheid van de locatie.
Informatie over toegankelijkheid is belangrijk voor meer mensen dan u misschien denkt. Volgens de Nederlandse overheid hebben ongeveer 2 miljoen mensen een beperking. Dat is al een fiks aantal, maar hier bovenop komt nog een grote groep van mensen waar u misschien niet direct aan denkt. Zoals ouderen, zwangere vrouwen, mensen met kleine kinderen, mensen met een tijdelijke beperking zoals een botbreuk en mensen met een onzichtbare beperking zoals oorsuizen, longcovid en PTSS. Ook voor deze mensen is het fijn om te weten wanneer de rustige bezoekmomenten zijn, dat er een verschoontafel is en op hoeveel meter lopen van het museum de parkeerplaats is.
Hieronder vindt u een paar tips voor een goede toegankelijkheidspagina. Heeft i na het lezen van het artikel vragen? Neem dan vooral contact op met Heleen Regenspurg van Erfgoed Brabant: heleenregenspurg@erfgoedbrabant.nl / 06 52 78 93 96.
Tip 1. Communiceer duidelijk en eerlijk
Niet één toegankelijkheidspagina is hetzelfde. Er is niet één format. Wat wel op alle goede toegankelijkheidspagina’s voorop staat is duidelijke communicatie en een heldere vormgeving. Een goede pagina is misschien niet volledig, maar is wel eerlijk over de toegankelijkheid – dus vertelt ook wat er niet mogelijk is.
Tip 2. Nodig mensen uit met vragen contact op te nemen
Benoem op uw toegankelijkheidspagina dat mensen met vragen over toegankelijkheid altijd contact kunnen opnemen. Plaats hierbij in ieder geval een telefoonnummer én een mailadres. Veel mensen hebben een voorkeur voor één van de twee; mensen met én zonder een beperking.
Denk eraan dat de mensen die de telefoon opnemen en de mails beantwoorden, goed op de hoogte zijn van de toegankelijkheidsmogelijkheden en -onmogelijkheden. En neem u voor dat vragen niet altijd direct beantwoord hoeven te worden. Neem liever de tijd om een toegankelijkheidsvraag met een collega te bespreken, dan dat u direct ‘nee’ verkoopt.
Tip 3. Kijk voor ideeën en inspiratie naar andere toegankelijkheidspagina’s
Niet één toegankelijkheidspagina lijkt op de ander, maar dat betekent niet dat u de pagina's van andere locaties niet kunt gebruiken voor inspiratie en ideeën. Neem ook eens een kijkje op een Toegankelijkheidspagina van grote Amerikaanse en Britse musea. Veel van deze musea lopen ver voor op Nederlandse musea wanneer het gaat over toegankelijkheid. Hun toegankelijkheidspagina’s staan vol onderwerpen die ook voor uw pagina interessant zijn.
Tip 4. Nodig ervaringsdeskundigen uit
De personen die echt weten wat er op uw toegankelijkheidspagina moet staan, zijn de mensen voor wie deze informatie relevant is; de ervaringsdeskundigen! Nodig bijvoorbeeld via Stichting Prokkel een persoon met een verstandelijke beperking uit, of iemand met een visuele beperking via de Oogvereniging. Of vraag aan uw medewerkers of zij iemand kennen met een beperking.
Denk ook aan vaste bezoekers. Is er iemand met een beperking die regelmatig uw erfgoedlocatie bezoekt? Nodig die persoon eens uit voor een kopje koffie, een stuk taart én een gesprek over de erfgoedlocatie. Wat vindt die persoon leuk? Wat kan beter? En vraag die persoon ook naar de site te kijken.
Tip 5. Beleef je locatie als bezoeker
Tijdens uw onderzoek naar informatie voor de toegankelijkheidspagina, kunt u ook putten uit uw eigen ervaring. Beleef eens zelf uw locatie als een bezoeker. Begin bij de reis naar het museum. Is er in de omgeving een toegankelijke bushalte? Is het duidelijk waar de hoofdingang van de locatie is? En wanneer u binnenkomt: kan iemand die in een rolstoel zit bij het pinapparaat? Is het baliepersoneel op de hoogte van de toegankelijkheidsmogelijkheden en -onmogelijkheden?
U zult zien dat deze bewuste oefening u nieuwe dingen laat zien van waar bezoekers tegenaan kunnen lopen.
Tip 6. Houd de indeling algemeen
Een toegankelijkheidsaanpassing is meestal voor meer dan één type beperking relevant. Bijvoorbeeld een helling naast een trap is belangrijk voor mensen die in een rolstoel zitten, maar is ook fijn voor mensen met een kinderwagen. Het is daarom aan te raden u op uw toegankelijkheidspagina niet te beperken tot één of een handjevol beperkingen en deze als aparte onderdelen te bespreken. Beter is het om onder algemenere kopjes te noemen wat de toegankelijkheidsmogelijkheden en -onmogelijkheden zijn. De lezer kan dan zelf bepalen of de informatie voor hem of haar relevant is.
In een paar gevallen is het wel duidelijker om te benoemen voor welke beperking de aanpassing is. Bijvoorbeeld een rondleiding in Nederlandse Gebarentaal.
Tip 7. Laaghangend fruit
Er zijn onderwerpen die op bijna alle toegankelijkheidspagina’s worden vermeld. Dit ‘laaghangend fruit’ betreft punten die je zonder veel moeite op uw toegankelijkheidspagina zet. Een paar voorbeelden:
- Mag een hulphond naar binnen?
- Is er een gehandicaptenparkeerplaats?
- Waar is de dichtstbijzijnde toegankelijke bushalte?
- Is er een toegankelijke wc?
- Is de locatie (deels) toegankelijk voor mensen in een rolstoel?
- Is er een kolfruimte?
- Plaats foto’s van eventuele lastige situaties. Bijvoorbeeld een steile trap of een hoge drempel bij de voordeur. Aan de hand van de foto’s kunnen mensen beter inschatten of de situatie voor hen een probleem is.
Tip 8. Zeg ook wat er niet is/niet kan
Het voelt misschien als een falen om op uw toegankelijkheidspagina te noteren dat er geen lift is, maar het is vervelender om een gast die net kilometers heeft gereisd te moeten teleurstellen. Wanneer de gast van tevoren weet wat er wel en niet is/niet kan, kan deze persoon – eventueel in overleg met de erfgoedlocatie – op zoek naar een alternatief.
Tip 9. Beschouw uw toegankelijkheidspagina als een dynamische pagina
Beschouw uw toegankelijkheidspagina als een dynamische pagina die stapje voor stapje groeit. Begin eenvoudig met het ‘laaghangend fruit’ (tip 7) en de uitnodiging bij vragen contact op te nemen (tip 2). Aan de hand van uw gesprekken met ervaringsdeskundigen etc. kunt u uw pagina vervolgens uitbouwen.