Bij de sluiting van een museum is het lot van de collectie vaak onzeker. De sluiting van Museum Scryption in Tilburg en van het Ecodrome in Zwolle laten twee verschillende scenario’s zien.
Museum Scryption sloot in 2011 zijn deuren. Na een bestaan van 22 jaar had de gemeente Tilburg de subsidie stopgezet. De collectie van het museum omvatte op het moment van sluiting ruim 30.000 objecten, waaronder typemachines, vulpennen, computers en potloden. Omdat er geen organisatie was die de collectie in haar geheel wilde overnemen, moest de collectie opgedeeld worden. Het bestuur en de directie van het museum besloten over te gaan tot verkoop, vernietiging en veiling. In het rapport dat naar aanleiding van de herbestemming in 2015 verscheen, wordt hierover gezegd: “Het zijn noodzakelijke korte termijn beslissingen waar op dat moment geen andere mogelijkheid voor gezien wordt." Download hier het rapport.
Koepelorganisatie trekt aan de bel
Toen het Ecodrome in Zwolle in 2012 sloot, was het de vraag wat er ging gebeuren met de in het Ecodrome ondergebrachte natuurhistorische collectie van de Stichting Natuurmuseum en Milieueducatie Zwolle. De koepel van natuurhistorische musea Stichting Nederlandse Natuurhistorische Collecties (SNNC) meldde zich na de bekendmaking van de sluiting bij de gemeente Zwolle met de boodschap dat de Zwolse collectie belangrijk was en dat de gemeente niet opnieuw de fout in moest gaan. Eerder waren delen van het Zwolsche Kabinet van Naturaliën verdwenen, bij het huisvuil gezet of begraven in de tuin van het Stedelijk Museum Zwolle. Uiteindelijk heeft de SNNC ervoor gezorgd dat de collectie is ondergebracht bij negen Nederlandse natuurhistorische musea. De grote beesten – waaronder een prachtige mammoet – en modellen zijn ondergebracht bij Natuurmuseum Brabant in Tilburg.
- Klik hier voor de website van Stichting Nederlandse Natuurhistorische Collecties.
- Klik hier voor de website van Natuurmuseum Brabant.
In het scenario van Museum Scryption – geen tijd en geld om de collectie rustig te inventariseren – bestaat het gevaar: dat belangrijke delen van een collectie verdwijnen; dat collectieonderdelen van bijvoorbeeld één verzamelaar uit elkaar vallen; of dat de collectie ergens wordt opgeslagen en nooit meer het daglicht ziet. Dat dit niet is gebeurd bij de natuurhistorische collectie is te danken aan de inzet van de SNNC. Als koepelorganisatie van natuurhistorische musea in Nederland had het een netwerk van locaties waaronder de collectie uit Zwolle weloverwogen verdeeld kon worden.