In gesprek met Mientje Wever: “Het onderwerp moet mij raken”

Mientje Wever heeft met haar gedichten en verhalen veel prijzen gewonnen. Hoog tijd voor een interview!

Heleen Regenspurg – 27 maart 2023

Begin maart 2023 ontving Mientje Wever de Willem Ivenprijs voor haar persoonlijke verhaal “’n Vrèèmde naam”. De Willem Ivenprijs kan Mientje toevoegen aan een mooie en lange lijst van prijzen die zij met haar gedichten en verhalen heeft gewonnen. Hoog tijd voor een interview met deze dichter, schrijver en verteller uit Boxmeer.

Mientje Wever woont met haar echtgenoot en hun twee hondjes direct achter het station van Boxmeer. Zij heeft mijn trein zien binnenrijden en wanneer ik de straat inloop staat ze al bij de voordeur om mij te ontvangen. Drie weken eerder heb ik Mientje horen voorlezen bij de presentatie van het Brabants Boekske in Lith. Haar ontroerende verhaal “’n Vrèèmde naam” wint die dag de Willem Ivenprijs. Wanneer ik Mientje een paar minuten na de uitreiking spreek, staat voor mij een vrouw die zichtbaar trots en ontroerd is; als een persoon die voor het eerst een grote prijs wint. Maar niets is minder waar. Mientjes verhalen en gedichten hebben veel grote prijzen gewonnen, waaronder de Poëzieprijs van Nijmegen en de Zachte G-prijs. Wanneer we bij haar thuis alle gewonnen prijzen doornemen, vult Mientje bijna fluisterend aan dat zij ook nog Lid in de Orde van Oranje-Nassau is.

Tekst loopt door onder de foto.

Mientje Wever met in haar handen de Willem Ivenprijs, 2023. Foto Frans van den Bogaard.

Mientje Wever met in haar handen de Willem Ivenprijs, 2023. Foto Frans van den Bogaard.

“Voor wie schrijf je nu eigenlijk?”

Een bitterzoete anekdote uit Mientjes jeugd illustreert dat haar werk niet altijd op waarde is geschat. Als jong meisje schrijft Mientje graag verhalen en het eerste gedicht schrijft ze op haar twaalfde voor een schoolopdracht. Mientje: “Een paar leerlingen mochten naar voren komen om hun gedicht voor te dragen. Toen mijn naam werd genoemd liep ik trots naar voren. Maar de juf pakte vervolgens mijn gedicht van het bureau en scheurde het in vier stukken! ‘Zo doen we dat, want het rijmt niet’, zei de juf.” Bij thuiskomst was Mientje in tranen. “Mijn moeders reactie is mij altijd bijgebleven. Ze vroeg: ‘Voor wie schrijf je nu eigenlijk? Voor jezelf of om een ander een plezier te doen?’ Dat vond én vind ik nog steeds een hele goede reactie.” Het ‘schrijven voor jezelf’ is misschien wel de grootste kracht van Mientjes oeuvre. Mientje: “Het schrijven gaat heel erg om mijn eigen gevoel. Het onderwerp moet mij raken zodat ik mijn gevoel erin kan leggen. Dat kan een eigen ervaring zijn, maar ook een nieuwsbericht of een sneeuwklokje.”

Tweetalig grootgebracht

Het advies om dicht bij zichzelf te blijven is niet de enige manier waarop Mientjes moeder invloed op haar verhalen en gedichten heeft gehad. Dit geldt ook voor het dialect van Boxmeer. Mientje: “Ik heb mijn moeder nooit een woord Nederlands horen spreken, of zij nu bij de dokter of bij de slager was. In zekere zin ben ik tweetalig grootgebracht.” Echter, het schrijven doet Mientje heel lang alleen in het Standaardnederlands. Een optreden van Cor Swanenberg brengt hier verandering in. Mientje: “Zo’n 20 á 25 jaar geleden kwam Cor in Boxmeer optreden. Na de voorstelling heb ik hem gevraagd een tekst van mij te lezen. Dit wilde hij en nadat hij mijn verhaal had gelezen vroeg hij of ik in zijn dialectprogramma wilde komen!”.

Meer geaard

Het schrijven in dialect bevalt Mientje goed en tegenwoordig schrijft ze in het Standaardnederlands én in het dialect van Boxmeer. Ik vraag haar of ze een verschil ervaart tussen het schrijven in het Nederlands en in het dialect. Mientje: “Ik merk dat de gedichten die in dialect zijn geschreven meer emotie bij mensen oproepen. Als ik in het Nederlands schrijf ‘sta ik op de grond’. En als ik in dialect schrijf ‘zak ik een beetje in de grond’. Ik ben dan meer geaard en de mensen ‘proeven’ dat in mijn gedichten.”.

Mientje heeft met haar gedichten en verhalen veel moois bereikt. Ik vraag haar of ze nog iets wenst voor haar werk. Na een paar seconden stilte zegt Mientje: “Alles wat nog komt is meegenomen!”. Ook hier spreekt Mientje ‘het gevoelsmens’. Ik geef haar groot gelijk; door uit te gaan van haar eigen gevoel heeft Mientje ons prachtige gedichten en verhalen gegeven, in het Standaardnederlands én in het dialect.

Mientje Wever

Mientje Wever schreef de vier dichtbundels “Geboore”, “Een adem van tijd”, “Um Dörrum” en “Unne Zalige Kerst”, en het kinderboek “Het hondje met de blauwe staart”. Ze heeft twee radioprogramma’s bij Omroep Land van Cuijk, waarvan één programma in het dialect. Mientje heeft veel prijzen voor haar werk gewonnen, waaronder de Zachte G-prijs, drie keer de Dialectpenning van het Brabantse Dialectenfestival in Lieshout en drie keer de poëzieprijs van de schrijfwedstrijd De Raadselige Roos Venray voor haar gedichten in het Nederlands . Mientje is Lid in de Orde van Oranje-Nassau.

Mientje is een zeer gewaardeerd lid van 'Bij wijze van... za'k mar zegge', het radio-item met een kort verhaal of gedicht in een Brabants dialect.

Op 5 maart 2023 werd Mientje met haar verhaal  "'n Vrèèmde naam" tot winnaar van de Willem Ivenprijs uitgeroepen. Op de website van Erfgoed Brabant kun je Mientje haar verhaal horen voorlezen. Het verhaal is opgenomen in het Brabants Boekske 2023.

Een van Mientjes bekendste gedichten is ‘de tôffel van ons moeke’. Lees hieronder dit prachtige gedicht.

de tôffel van ons moeke

vör de lâtste keer loop ik dör ’t ouwerluk huus
dor stöt de tôffel, ooit ’t trefpunt bèj ons thuus 
’t zwaore houte blad draagt spore van jaore
schroeiplekskes, unne kring van ’n fles jonge klaore

toch is ’t vör die tôffel dè’k zie gekomme
lang gelèje hèt mien bruurke, onbezonne
de letters van ziene naam en unnen diepe kras
gekerft ien de tôffel, de tôffel die van ons moeke was

zonder ète is ie diejèn ôvend nô bed gegaon
mâ de letters zien d’r altied blieve staon 
’n mônd lâtter is ’t kèltje verongelukt
ik weet nog dè’k snèwklökskes heb geplukt 

- vör ons moeke ’n tèken van lève nô de herfst -
de urste bluumkes vör ’n bruurke dè sterft
ik lèij ze op de letters, op diejèn diepe kras
gekerft ien de tôffel, de tôffel die van ons moeke was

diejèn dag hèt ons moeke hörre stoel verplâtst
ze gong vort zitte wor Jos ziene naam haj gekrast
soms rakte hör haand de letters, zo kreeg ze troost
um wiejer te lève, te zörge vör hör kroost

now is ok ons moeke vörgoed op reis gegaon
alles is geruumd, mâ de tôffel die bleef staon
de herinnering ân Jos, ân diejèn diepe kras
gekerft ien de tôffel, de tôffel die van ons moeke was

Mientje Wever
weverwever@hetnet.nl