De mate waarin burgers invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming van de overheid of een andere organisatie is terug te lezen in de participatieladder. Elk stapje op de ladder staat voor meer invloed. Er zijn verschillende van deze ladders in omloop. Hieronder staat een samenvatting van de ladder van David Wilcox. Hij heeft zich verdiept in het onderwerp participatie en er een handleiding over geschreven.
Lees hier de Engelstalige handleiding van David Wilcox ‘The guide to Effective Participation’.
Stap 1 Informatie
De organisatie voorziet de burgers van relevante en actuele informatie. Dit is de onderste trede van de participatieladder. Hier is sprake van eenrichtingsverkeer vanuit de organisatie. Burgers hebben geen inspraak maar zijn wel op de hoogte.
Stap 2 Consultatie
De organisatie vraagt burgers om niet-bindende feedback over specifieke onderwerpen. Vaak in de vorm van een gesloten vraag, bijvoorbeeld een keuze tussen twee opties. De burgers kunnen geen eigen idee aandragen en spelen ook geen rol in de uitvoering.
Stap 3 Samen beslissen
Burgers worden actief betrokken en bevraagd op hun mening. Maar de verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de organisatie die de participatie opzet en niet bij de burgers. De burger zou achterover kunnen gaan leunen na het meedenken.
Stap 4 Samen handelen
Voor de duur van een project of voor de langere termijn delen de organisatie en burgers samen de beslissingsbevoegdheid en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de samen bedachte initiatieven.
Stap 5 Ondersteun lokale initiatieven
Ideeën vanuit burgers of de omgeving worden gedragen en uitgevoerd door henzelf. De organisatie steunt waar mogelijk het proces. Dat kan zijn in een bepaalde fase, bijvoorbeeld bij de opstart, of het hele proces lang. De organisatie doet alleen dat wat de initiatiefnemers niet zelf kunnen organiseren. De beslissingsbevoegdheid ligt helemaal bij de initiatiefnemers.