“Je komt bij Green Key niet weg met een statement dat het museum duurzaamheid belangrijk vindt.” Aan het woord is Ingrid Koops, medewerker bij het Biesbosch MuseumEiland én fan van het duurzaamheidskeurmerk Green Key. Toen het museum ruim zeven jaar geleden aan een grote verbouwing begon, legde de gemeente de voorwaarde op dat de organisatie met hulp van Green Key een duurzamer beleid ging ontwikkelen. In de loop van de jaren heeft het museum Green Key omarmt, maar het werken aan een duurzamere organisatie is soms ook een worsteling. Het vraagt dus om meer dan alleen een statement op de website.
Naast haar reguliere werkzaamheden is Ingrid Koops coördinator van Green Key. Met haar zogenaamde Green Team – met vertegenwoordigers uit de horeca, de interieurverzorging, het kantoor en de directie – bewaakt Ingrid de gehaalde duurzaamheidsdoelen én werkt ze aan de volgende stappen. Het Biesbosch MuseumEiland is een kleine organisatie waar geen overvloed aan uren aanwezig is. Dit betekent dat de leden van het Green Team hun duurzaamheidswerkzaamheden moeten inpassen in hun standaard werkzaamheden.
Tekst loopt door onder foto.
Nieuwbouw was grote duurzaamheidsslag
Een grote duurzaamheidsslag kon het Biesbosch MuseumEiland met de verbouwing in 2015 maken. Enkele voorbeelden zijn: in de niet-publieke ruimtes zijn lichtsensoren aangebracht; het gebouw is goed geïsoleerd; en rivierwater wordt gebruikt om in de zomer de vloeren mee te koelen. Een aantal duurzame oplossingen zijn gestuurd door de ligging van het museum; het gebouw ligt middenin de Biesbosch waar geen aansluiting op het gasnet of het riool is. Zo krijgt het water van de toiletten een eerste filtering in de septic tank, waarna het water door het zogenaamde wilgenfilter gaat voor een laatste zuivering om vervolgens in de vijver op het voorterrein terecht te komen.
Ingrid: “Grote stappen konden we met de nieuwbouw zetten, maar we hebben ook al veel kleine stappen gezet. Bijvoorbeeld: het plaatsen van een insectenhotel; een gedeeltelijk duurzaam inkoopbeleid voor de kantoren, de museumwinkel en de horeca; en het standaard dubbelzijdig en zwart-wit printen.”
Werken aan duurzaamheid is nooit klaar
Een ‘kleine stap’ waarmee de museumbezoekers bewust worden gemaakt van hun handelen, zijn de stickers die op alle spoelbakken en bij de folders zijn te vinden. Op een vriendelijke toon worden de bezoekers gevraagd niet onnodig veel water te gebruiken bij het doorspoelen van de wc en alleen de folders mee te nemen waar zij daadwerkelijk interesse in hebben. Communicatie over duurzaamheid richting de gasten is een verplichting vanuit Green Key, de manier waarop is optioneel. Onder andere met de wijze van communicatie, kunnen organisaties in aanmerking komen voor een bronzen, zilveren of gouden Green Key-status. Het Biesbosch MuseumEiland heeft de gouden status.
Met het behalen van het keurmerk en de gouden status is het Biesbosch MuseumEiland niet klaar. Niet alleen heeft het museum nog een flink aantal stappen te zetten – bijvoorbeeld de horeca en de museumwinkel zijn niet volledig duurzaam – maar ook vinden er op het gebied van duurzaamheid ontwikkelingen en met regelmaat nieuwe wetgevingen plaats. De voorwaarden van Green Key worden hier telkens aan aangepast, waardoor het werken aan duurzaamheid nooit klaar is. Ingrid kan hier alleen maar enthousiast over zijn: “Het Biesbosch MuseumEiland is niet alleen een museum; we zijn het kloppende hart van NatuurPoort de Biesbosch. Wij kunnen niet anders dan duurzaam zijn! We zijn verplicht aan de omgeving om hieraan te werken.”
Tekst loopt door onder foto.
Extra kosten en afgelegen locatie
Maar soms is werken aan een duurzamer museum ook een worsteling. De worsteling gaat meestal over de extra kosten en de afgelegen locatie van het museum. Werken aan duurzaamheid vraagt vaak om een financiële investering; incidentele investeringen – bijvoorbeeld de aanschaf van isolatiemateriaal – en structurele investeringen – zoals fairtrade en duurzame producten voor de horeca. Het museum heeft geen apart budget voor duurzaamheid. Aanvullende financiering wordt gezocht bij bijvoorbeeld Rabo ClubSupport, maar dit gaat niet om enorme bedragen. De extra kosten betekenen dat het museum keuzes moet maken in het duurzaamheidsbeleid en dat Ingrid dus niet veel stappen in één keer kan uitvoeren. Maar voor een goed draagvlak onder de medewerkers en de vrijwilligers van het museum, werkt een stap-voor-stap-proces misschien ook wel het beste. Ingrid: “Veranderingen zijn altijd lastig, bijvoorbeeld het overgaan van een papieren naar een digitale agenda. Mensen hebben tijd nodig om hieraan te wennen.”
Dat het museum op een afgelegen plek ligt, namelijk 12 kilometer van de bewoonde wereld, zorgt ervoor dat Ingrid altijd goed moet nadenken over wat de levering van duurzame producten betekent voor ‘het grotere plaatje’. Ingrid: “Ik kan ervoor kiezen om duurzame kaas uit de regio in te kopen. Maar die wordt hier niet bezorgd. En als een collega een uur met de auto moet rijden om die kaas bij de boer op te halen heeft deze ogenschijnlijk duurzame keuze onderaan de streep toch een negatief effect. De extra kosten en de afgelegen locatie zorgen er altijd voor dat ik een afweging moet maken, en soms is dat een worsteling.”
Communicatie over Green Key kan beter
Het werken aan duurzaamheid vraagt om financiële investeringen, maar het levert volgens Ingrid ook besparingen op. Vooral op het gebied van energie en water valt er veel te winnen. Ingrid: “Tegelijkertijd is er steeds meer vraag naar ‘groene’ locaties. Het Green Key-keurmerk helpt daarbij.” Wel moet Ingrid toegeven dat de communicatie hierover vanuit het museum naar de buitenwereld beter kan. Intern is dit wel goed geregeld: nieuwe medewerkers en vrijwilligers krijgen ter informatie een MVO-verklaring, die zij ondertekenen. Hierin staat wat het museum aan maatschappelijk verantwoord ondernemen doet en wat de rol van Green Key hierin is. Een aantal medewerkers zit in het Green Team en ondersteunt Ingrid bij haar duurzaamheidswerkzaamheden. De overige medewerkers worden tijdens de reguliere werkoverleggen standaard bijgepraat over de laatste ontwikkelingen en de nieuwste plannen.
Tekst loopt door onder foto.
“Green Key houdt je scherp”
Bij het maken van de plannen heeft Ingrid veel hulp aan de keurmeester, aangesteld door Green Key. Om het jaar wordt het museum gekeurd. In de maanden voorafgaand de officiële keuring, doorloopt Ingrid een doe-het-zelf-keuring. Aan de hand hiervan kan zij vóór de keuring nog wat zaken bijstellen. De officiële keuring duurt een dagdeel en doorloopt Ingrid met de keurmeester. Ingrid: “De keurmeester is een goede gesprekspartner met wie ik nieuwe uitdagingen bespreek, zoals het verder terugdringen van restafval en de wens voor een oplaadpunt voor elektrische auto's. Ook geeft de keurmeester goede tips voor onze specifieke situatie.” Die ‘specifieke situatie’ is belangrijk om even bij stil te staan. Green Key kan op het eerste gezicht overkomen als een actielijst die afgevinkt moet worden. Maar het werken aan een duurzame locatie, is voor elke organisatie anders: verschillen in budget; is het gebouw een nieuwbouw of een monument; etc. Ingrid: “Green Key is geen actielijst die je simpelweg afvinkt, als een soort doel dat je moet halen. Green Key is maatwerk en is vooral een middel om stapsgewijs te verduurzamen. Het houdt je scherp.”